Repertoire B-orkest 2009
1. BON VOYAGE (Alexander Jekic)
Het openingswerk van het B-orkest is een mars van Alexander Jekic, Bon Voyage. Jekic, geboren in 1964, is muziekleraar, vooral voor accordeon en leidt tegenwoordig zijn eigen private muziekschool in het Duitse Augsburg. Naast lesgeven houdt hij zich bezig met componeren en arrangeren, en hij legt zich daarbij vooral toe op het maken van werken voor leerlingen en opleidingsorkesten. Zijn doelstelling is daarbij om leerlingen al zo snel als mogelijk is vertrouwd te maken met het spelen in ensembles en orkesten en dus te trainen in het samenspel.
2. FOUR FACES OF JAZZ (Peter Kleine Schaars)
Peter Kleine Schaars (1962) speelde al op jonge leeftijd trombone in een groot aantal verschillende orkesten: symfonie-orkesten, harmonie, big band, jazzorkesten, salsabands enzovoort. Hij rondde maar liefst vier conservatoriumstudies af (trombone klassiek, trombone jazz, hafa directie, en compositie en arrangeren lichte muziek). Hij was twaalf jaar lang trombonist, staf-arrangeur en plaatsvervangend dirigent bij de Marinierskapel, maar kreeg zoveel succes als dirigent en componist dat hij die functie een aantal jaar geleden neerlegde. Hij heeft zich volledig op de lichte muziek gericht en is zonder meer een van de meest toonaangevende Nederlandse componisten op dit terrein van dit moment. Als dirigent reist hij inmiddels de hele wereld over. Daarnaast coacht hij dirigenten en orkesten op het vlak van de lichte muziek. Zijn compositie “four faces of Jazz” laat letterlijk vier heel verschillende gezichten van de jazz horen
3. MELODIA EN LA MENOR (Astor Piazzola)
Astor Piazzola, geboren in 1921 en overleden in 1992, componeerde meer dan 1000 werken. Kamermuziek, muziek voor blaasorkesten maar vooral ook muziek voor het bandoneon, een aan de accordeon verwant balginstrument. Hij mag met recht de grondlegger worden genoemd van de Tango Nuevo, de nieuwe tango. Deze stijl kenmerkt zich door meer complexiteit in compositie, vorm, en instrumentatie dan we tegenkomen in de klassieke tango die er wel degelijk aan ten grondslag ligt. Zo komen we in de tango nuevo binnen 1 compositie bijvoorbeeld sterk wisselende tempo’s en muzikale uitdrukkingsvormen tegen, terwijl de klassieke tango steeds strak in maat en ritme blijft. De tango nuevo is ook veel meer luistermuziek dan dansmuziek.
4. CZECH SUITE (Hotze Jelsma)
Hotze Jelsma (1953) stelde de driedelige Czech Suite samen uit originele Tsjechische thema’s. Deze traditionele melodieën uit de rijke volkscultuur worden ook vandaag de dag nog in Tsjechië gezongen en gespeeld. Hotze Jelsma studeerde aan het conservatorium van Leeuwarden bij Johan de With en is actief als dirigent, componist, arrangeur en docent accordeon. Hij richtte in 1995 het Fries Jeugd Accordeon Orkest op.
5. LA CUMPARSITA (Piazolla, arr. M. Hunik)
Net als Melodia en la menor een tango van Piazzola. Daar houden de overeenkomsten zo ongeveer op. Melodia behoort tot de Tango Nuevo, en La Cumparsita, gecomponeerd door de Uruguayaan Rodriguez in 1917, is een typisch voorbeeld – zo niet de standaard - van de klassieke Ballroom Tango. De klassieke tango is veel strakker in ritme en tempo dan de Tango Nuevo en daarmee ook veel geschikter om op te dansen. Dat gebeurt dan ook tot op de dag van vandaag en over de hele wereld, al is het nummer inmiddels al bijna 100 jaar oud.
6. BOOGIE IN G (Renato Bui)
Renato Bui (1940) is een Zwitserse componist die zich heeft toegelegd op het schrijven voor accordeonorkest. Hij was oorspronkelijk beroepsmatig actief in de handel, en het accordeonspelen was voor hem hobby. Hij kreeg de gelegenheid het orkest van zijn leraar over te nemen en leerde toen in de praktijk arrangeren. Daarna schoolde hij zich om tot full time musicus en was zowel als dirigent, solist als als componist/arrangeur werkzaam. Het handelsbloed kroop toch waar het niet gaan kon en bij het overlijden van zijn uitgever Walter Wild in 1962 nam hij diens muziekuitgeverij over. In de jaren ’80 stapte hij over naar een eigen uitgeverijbedrijf. Zijn omvangrijke oeuvre bestaat voor een belangrijk deel ook uit makkelijk in het gehoor liggende muziek. Boogie in G is daar een voorbeeld van.
A- en B-orkest
Toen op 27 mei het bericht kwam van het overlijden van Bep Karel, verloor AVO niet alleen degene die het orkest 42 jaar lang heeft geleid, maar ook het laatste lid dat al vanaf de oprichting van de vereniging in 1942 bij de vereniging was. Bep is voor ons allen onvervangbaar en we hebben gedacht er goed aan te doen om dit jaar het gezamenlijke optreden van de beide orkesten, waarmee we vaak het deel voor de pauze afsluiten, toch een beetje in het teken van Bep te zetten.
Dat doen we met twee nummers. Het eerste is Herinnering, een melodie die Bep rond 1980 heeft geschreven. Het is nu natuurlijk weer een heel passende titel, maar oorspronkelijk verwijst deze naar haar huis op de Vogelweg, waar ze jarenlang heeft gewoond en dat ze moest verlaten toen het werd verkocht. Paul heeft het nummer opnieuw gearrangeerd voor AVO.
Het tweede stuk is heel wat anders dan de melancholische Engelse wals die Herinnering is, namelijk de mars Alte Kameraden van Carl Teike. Dit was niet alleen bij Bep een favoriet, maar ook en vooral bij haar vader, een van de oprichters van AVO en tot zijn overlijden in 1975 erevoorzitter van de club. Geregeld kwam dus Alte Kameraden op de lessenaar.